Monday

July 28, 2009

Day 4: Pradelles to Cheylard L'Eveque (22.2 kms, 320 m altitude gain, 150 m descent)
Route: Pradelles, Langogne, St Flour de Mercoire, Sagnes Rousse, Fouzzilac, Foret de Merocire, Cheylard L'Eveque
Breakfast is taken on the edge of Pradelles, overlooking the surrounding farmland. Pradelles is situated on the edge of the volcanic chain of Deves, and overlooks the Allier Valley. We leave the medieval town and descent into the Allier Valley, on our way to Le Cheylard l’Eveque.
Hana picks some apples while standing on Filou, This goes well until Filou sees something nice to eat a little further down the road.

Miles of wooded valleys, pastures, farm tracks and cinder paths. Most church bells in this area are not enclosed in a tower. The reason? During bad weather, the church bells are rung to guide lost people to the safety of the village, and the bells ring louder if they aren't enclosed in a Belfrey. Cheylard L'Eveque has a small chapel across from the Refuge but the main religious monument to visit is Notre Dame de Tous Graces on a hill above the village.

A Dutch hiker writes the following ' Langogne, een stadje van 4.000 inwoners, heeft een station langs de spoorlijn Parijs-Nîmes en een kaarsrechte hoofdstraat vol winkels, restaurants en hotels. Het aardigst is het oude stadsgedeelte rondom de 11e eeuwse kerk met de overdekte markt op de Place des Halles. Langogne ligt in het gewest van de Gévaudan, een ruwe heuvelachtige streek. Verdwenen is het boerenland met z'n weilanden en kleine dorpen. De grootscheepse ontbossing ten behoeve van de houtskoolwinning heeft de hoogvlakten weinig goed gedaan. Kaalslag en erosie waren het gevolg. Maar voor de bewoners van de Gévaudan had de houtkap ook een positief effect: het verjoeg de wolf van zijn natuurlijke woonplaats en maakte voorgoed een einde aan de praktijken van la bete du Gévaudan. Deze vraatzuchtige wolf terroriseerde de omgeving van 1764 tot 1767. Hij had het vooral gemunt op kinderen en bloedmooie herderinnen. De wolf van Gévaudan werd op 20 september 1767 in het Bois de Pommières gedood door M. Antoine. Nu kruist alleen een Vlaamse gaai ons wandelpad. Door moerassig grasland bereiken we Fouzillac.
De geasfalteerde weg naar Luc ligt als een zwart lint in het golvende landschap. Uit het kasteel van Luc, een verzameling steenklompen en muren, rijst het beeld van de Madonna als een witte phoenix op. In het dal stroomt de Allier. We volgen de D 154 naar het zuiden. En omdat het trappistenklooster Notre-Dame des Neiges een 'must' is voor Stevensonliefhebbers, klimmen we het eindeloze pad omhoog.
De abdij (1850) ligt in een vallei omlijst door weiland en bos. Over de bomen beiert een kerkklok die de broeders zeven keer per dag oproept tot gebed. Vivre pour prier, leven om te bidden. Voor de broodnodige inkomsten verkoopt de kloosterorde wijn, souvenirs a en religieuze kitsch. In het Maison de Retraite, de Hôtellerie, kun je overnachten
.’

Followers